Filip Van Grieken (1936-2022), een begeesterende en eigenzinnige priester

Op 23 juli is Filip Van Grieken overleden. In 1961 werd hij als pasgewijde priester tot ‘onderpastoor’ benoemd in de parochie van Onze-Lieve-Vrouw-over-de-Dijle. Hij maakte er kennis met wat toen een  ‘klassieke’ parochie was met eigen tradities en vastgelegde accenten.

In de sfeer van het Tweede Vaticaans concilie, dat  in 1962 geopend werd, zocht Flip, op zijn eigen manier en met de vele talenten die hij had, naar het ‘bij de tijd brengen’ van de kerk. Hij wilde nieuw leven, nieuwe inzichten binnenhalen. Dat deed hij! Dat gebeurde niet vanuit de hoogte maar in overleg. Onder impuls van Filip gingen de misdienaars van de parochie in 1962 de eerste keer op kamp. Vermits onvoldoende misdienaars oud genoeg waren om in leiding te gaan deed Filip een beroep op de KSA-leiding van zijn vroegere parochie en op Michel die toen 16 jaar was en al leiding gaf. Vanaf het tweede kamp waren ook kinderen welkom van gezinnen, die het financieel moeilijker hadden. Zo stond Filip samen met anderen aan de wieg van wat later JAMASWAPI werd en nog altijd bestaat. Elke jongere was er welkom. Dat was nieuw en werd vlug eigentijds.

Voor wie de kinderschoenen ontgroeid was, jongvolwassen geworden was, richtte Filip als ‘aalmoezenier’, als de Moeze, de jeugdclub ‘Elckerlyc’ op. Ze kwam bijeen in een zaaltje in de Onze-Lieve-Vrouwestraat, boven het toenmalige parochiecafé. Filip stak veel energie in dat initiatief. Het is het bewijs dat hij sterk begaan was met de jeugd. Hij kon ze samenbrengen om plezier te maken maar ook om ze via debatten en uitgenodigde sprekers diepgang te leren ontdekken in ethische en religieuze thema’s. Elk weekend waren er activiteiten zoals een film bekijken en bespreken, een debat- of quizavond, een dans-of verrassingsavond of een sportactiviteit. Voor dat alles en nog voor veel meer waren de impulsen van Filip kostbaar.

Sint-Jan-Berchmans

In 1967 werd de Sint-Jan-Berchmansparochie de thuisbasis van Filip. Hij kreeg er tijd en vertrouwen om verder te gaan met wat hij in gang gezet had. Heel wat Elckerlyc-leden uit de Dijle-tijd gingen met hem mee. Maar hij kreeg ook bemoediging en steun van parochianen die zijn visie leerden kennen en graag zijn medewerkers werden. Ook nu vonden vooral jongeren maar ook volwassenen bij hem vertrouwen en  bemoediging. 

Het ‘tsentroem’ werd een plaats van ontmoeting, van tijd maken voor en met elkaar. Velen ontdekten dat zij er niet alleen voor stonden als het wat moeilijker werd. Ze voelden aan dat zij gesteund werden door een ploeg waarvan Flip de inspirator, de coördinator was.

De zaterdagse avondvieringen waren voor jongeren en volwassenen, inspirerend. Er was een sfeer van echt bij elkaar zijn. Er werd gekozen voor thema’s uit het leven gegrepen en elke viering werd voorbereid door één van de acht ‘misgroepen’ die zelf aan het woord kwamen tijdens de viering. Een klein groepje muzikanten zorgde voor de begeleiding van de liederen.

Was het een succes over de ganse lijn?

Flip wou van ‘luisteren’ de weg opgaan naar ‘doen’. Hij wou dat vanuit de vieringen gekozen werd voor engagement, voor maatschappelijk engagement. Voor velen was dat een brug te ver. Voor Flip niet.

Hij sloot zich aan bij denk- en doengroepen. Zo nam hij ‘zoekers’ mee naar ‘christenen voor socialisme’. Samen met vele anderen, die de kans kregen in zijn herbouwd huis bij elkaar te komen, ging hij onrecht aanklagen, meer rechtvaardigheid op gang brengen. Elke vorm van uitbuiting werd veroordeeld en, als het haalbaar was, weggewerkt.

Flip was een moedig man, een vechter. Dat heeft hij ons gedurende de laatste jaren van zijn leven duidelijk bewezen. Na een zware medische behandeling was vast voedsel eten en spreken echt moeilijk geworden. Nadat hij afscheid had moeten nemen van Judith, die zijn bezorgde partner was, werd hij wat eenzamer maar hij bleef ook een echte vechtjas.

Diegenen die vele jaren zijn tochtgenoten waren, blijven wat verweesd achter, maar zijn ook dankbaar omdat hij met hen op weg is geweest.

Jef Vanderkrieken, met dank aan Jo, Michel en Monique