Hoofdaltaar Laatste Avondmaal
J.E. Quellinus
1690
Object Vlaamse meesters op hun plek
Het wat pompeuze hoofdaltaar is een uiting van de barok op zijn hoogtepunt. Het dateert uit 1690 en stelt de triomferende katholieke kerk weer. Bovenaan troont Vrouwe Ecclesia (de Kerk) met het kruis in de hand op de wereldbol, omringd door engelen en twee heiligen. Eronder is Christus afgebeeld als de pelikaan die zijn jongen met zijn eigen bloed voedt. Het ontwerp is van de Brusselse schrijnwerker Pastorana, de uitvoering is het werk van drie Mechelse kunstenaars. Het houtwerk werd beschilderd in een marmerimitatie.
Het centrale schilderstuk is een voorstelling van het Laatste Avondmaal. Ze is van de hand van Jan Erasmus Quellinus. In de nissen aan weerszijden van het schilderij staan de patroonheiligen van de kerk, Onze-Lieve-Vrouw en Blasius. Boven het altaarblad zijn portretbustes te zien van de vier evangelisten. Het altaar zelf is op winterse hoogtijdagen afgedekt door een antependium (voorhang) van rijk, geborduurd textiel uit het eind van de 18de eeuw – een erkend Vlaams topstuk. Aardig te weten is dat voor dit antependium de stof is gebruikt waaruit in die tijd baljurken werden vervaardigd.
Itinéraire du patrimoine – 9
Le maître-autel avec la Cène
J.E. Quellinus
1690
Le maître-autel, quelque peu pompeux, est une expression du baroque à son apogée. Il date de 1690 et représente l’Église catholique triomphante. Au sommet, Ecclesia (l’Église) trône sur le globe, la croix à la main, entourée d’anges et de deux saints. En bas, le Christ est représenté sous la forme d’un pélican nourrissant ses petits avec son propre sang. Le dessin est de l’ébéniste bruxellois Pastorana ; l’exécution est l’œuvre de trois artistes de Malines. Les boiseries ont été peintes à l’imitation du marbre.
Le tableau central est une représentation de la Cène. Elle est l’œuvre de Jan Erasmus Quellinus. Dans les niches situées de part et d’autre du tableau se trouvent les saints patrons de l’église, Notre-Dame et Blasius. Au-dessus du plateau de l’autel se trouvent les bustes des quatre évangélistes. L’autel lui-même est recouvert, les jours de fête hivernale, d’un antependium (voile) composé de riches tissus brodés datant de la fin du XVIIIe siècle – un chef-d’œuvre flamand reconnu. Il est intéressant de noter que le tissu utilisé pour cet antependium était le tissu dans lequel les robes de bal étaient fabriquées à l’époque.
Heritage route – 9
Main altar with Last Supper
J.E. Quellinus
1690
The somewhat pompous main altar is an expression of Baroque at its peak. It dates from 1690 and depicts the triumphant Catholic Church. At the top, Lady Ecclesia (the Church) enthroned on the globe with the cross in hand, surrounded by angels and two saints. Below, Christ is depicted as the pelican feeding his young with his own blood. The design is by the Brussels cabinetmaker Pastorana; the execution is the work of three local artists. The woodwork was painted in a marble imitation.
The central painting is a depiction of the Last Supper. It is by Jan Erasmus Quellinus. In the niches on either side of the painting are the patron saints of the church, Our Lady and Blasius. Above the altar leaf are portrait busts of the four evangelists. The altar itself is covered on winter high days by an antependium (veil) of rich, embroidered textiles from the late 18th century – a recognised Flemish masterpiece. It is worth noting that the fabric used for this antependium was the fabric from which ball gowns were made at the time.