Ter gelegenheid van de mooie en inspirerende Pinksterviering werden in onze gemeenschap niet één, maar drie nieuwe ambo’s in gebruik genomen. De ambo op het planum werd op 12 mei reeds ingelezen door kardinaal Jozef De Kesel. Met Pinksteren werden de nieuwe ambo’s in de gemeenschap binnengebracht. Dit gebeurde aan de hand van een vraaggesprek tussen pastoor Jan en An Volckaert, die inspirator en coördinator is van het team ‘LABO M’ dat ideeën aanbrengt voor het project ‘Raak aan en laat je raken’.
Een eerste vraag van pastoor Jan was, hoe de ambo’s er gekomen zijn.
An legde ons uit dat dit gebeurde vanuit het “Raak-aan project”. Daarin kwam de vraag naar boven hoe we het vieren in onze gemeenschap symbolisch en visueel kunnen onderlijnen, verrijken, actualiseren én hoe we bezoekers op een weekdag vanuit ons samen-vieren kunnen raken.
Het vergulden van de vis op het altaar, de nieuwe kazuifel van de hand van Nicolas Stolarzcyk, het bekleden van de zitjes van voorgangers en acolieten met velours waren de eerste stappen. De ambo die hier stond, enigszins versleten, ook heel neutraal qua uitstraling, was het laatste stukje antwoord op deze vraag.
Toen kardinaal De Kesel op 12 mei deze ambo’s kwam inlezen, bracht hij heel intrigerend de plaats van de ambo naast het altaar naar voren.
In een kerk is meestal veel te zien (…) En altijd zijn er twee zaken die er het hart van uitmaken: het altaar en de ambo. Het altaar dat verwijst naar Hem die zichzelf geeft als gebroken brood; de ambo naar het Woord dat leven geeft (…) Je gaat niet aan de tafel van de Heer als je niet eerst naar Hem hebt geluisterd (…) En weet: wie naar dit Woord luistert, zal ook niet doof en onverschillig zijn voor zijn medemens. Moge deze ambo jullie daaraan altijd herinneren.
Kardinaal Jozef De Kesel
Waarom drie ambo‘s? Van het goede teveel of is er meer aan de hand? De ambo op het planum naast het altaar is er voor priester en lectoren. De twee andere zijn er voor wie de kerk binnenloopt, als volwassene of als kind. Bijbel en kinderbijbel nodigen uit om Gods woord te ontdekken of te herontdekken.
Zoals voor de kazuifel werden meerdere kunstenaars, vormgevers gecontacteerd. Heel eensgezind viel de keuze op Bart Callebaut, een jonge veertiger, die om de hoek woont. Voor hij met het ontwerp van de ambo’s startte, is hij een viering komen meemaken. Nadien is hij in stilte de kerk verder komen verkennen. Voor hem voelde het als terug aanknopen bij zijn kindertijd.
‘Ik zie een vis, ik zie goud, ik zie een groot leesvlak’, zei pastoor Jan vervolgens.
An verduidelijkte dat het grote leesvlak de gedachte van de kardinaal ondersteunt: ‘Niet zomaar een lezenaar waar van alles gelezen en meegedeeld wordt. Maar de plaats van Gods eigenste Woord (…): dat Hij mag spreken en dat wij luisteren. En dat het wonder mag geschieden dat ons hart wordt geraakt.’
Om tot één geheel te komen, werden vooraf een aantal lijnen uitgezet: de vis als centraal gegeven op het planum. De golven als herhaling van het altaarmotief en de kazuifel: wij, mensenzee, bezielen samen deze gemeenschap. Zowel vis als golven vind je terug in de ambo. En dan de goudkleur: deze vormt een rode, of beter gouden draad door het geheel, onderlijnt dat we hier het leven vieren en dat is goud waard voor elke gelovige.
Een volgende opmerking van pastoor Jan was dat hij al veel enthousiaste reacties hoorde, maar ook kritische noten.
An repliceerde hierop dat iets nieuws binnenbrengen in een sacrale ruimte niet zo evident is: hoe integreren hedendaagse toetsen zich in de ruimte? Hoe moet een ambo zich verhouden tot het altaar? Hoe wordt het door de gemeenschap en door passanten onthaald? Er is alle begrip voor de enkele kritische reacties. Vanuit het team dat werkt aan het project ‘Raak aan en laat je raken’ wordt gezegd: neem de tijd om hieraan te wennen… Al wat nieuw is, roept immers pro’s en contra’s op.
En wat zit er nog in de pijplijn?
Midden juni wordt de doopkapel terug doopkapel. Om tot een logisch en betekenisvol geheel te komen achteraan in de kerk, worden verschillende elementen verschoven. Dit alles gebeurt in samenspraak met Monumentenzorg.
Onze-Lieve-Vrouw-van-Zeven-Weeën verhuist naar de plaats waar nu Onze-Lieve-Vrouw-van-Zon staat. Zij verschuift op haar beurt naar de ruimte tussen de tweede- en derdelaatste zuil achteraan rechts in de kerk. Zo staat ze dicht bij de doopkapel, waar kinderen tijdens een doopviering aan haar worden opgedragen. En bij uitvaarten wordt de kist of urne gezegend met doopwater, wat de levenscyclus rond maakt.
Om het het binnenbrengen van de ambo’s in onze gemeenschap af te ronden, krijgen een bijbel en een kinderbijbel een vaste plaats op de twee ambo’s voor het planum. En pastoor Jan sluit af met volgende woorden: ‘Vandaag is het Pinksteren… een begeesterende dag om deze ambo’s hun plek te geven in onze gemeenschap, in onze kerk. Dat de Geest mag blijven waaien over ons bezield samen vieren.’