Een unieke gidsbeurt in de toren van de kerk van Onze-Lieve-Vrouw-over-de-Dijle

Zicht vanuit de Milsenstraat op de toren van de kerk van Onze-Lieve-Vrouw-over-de-Dijle.

In een eerder gepubliceerd artikel op onze website maakte u kennis met de beiaard en de speelautomaat van de kerk van Onze-Lieve-Vrouw-over-de-Dijle (Noot: F. Verheyden, De beiaard en de speelautomaat van de kerk van Onze-Lieve-Vrouw-over-de-Dijle, in De Mecheleir, jg. 28, nr. 1, 2023, p. 36-43.). Deze bijdrage inspireerde mij om even stil te staan bij de toren zelf want die biedt heel wat meer dan alleen de klokkenkamer. Aangezien de toren slechts uitzonderlijk toegankelijk is, wil ik in deze bijdrage u een geleid bezoek bieden om kennis te maken met zijn vrij onbekend interieur (Noot: Alle foto’s in deze bijdrage werden genomen door de auteur (© Paul Van Kelst, 2023). Met dank aan François van der Jeught, bestuurslid en voormalig secretaris (2011-2022) van de Koninklijke Beiaardschool ‘Jef Denyn’ vzw voor zijn inbreng tijdens de voorbereiding van deze bijdrage.).

Maar eerst een stukje geschiedenis.


De oudste bouwfase van de toren dateert uit de veertiende eeuw. Daartoe behoren de benedenverdieping, volledig in natuursteen, de puntige steunberen, de twee in de torenmuur ingewerkte zuilen van het schip van de kerk en de gevels van de zijbeuken.

In het begin van de vijftiende eeuw werden de eerste en de tweede verdieping van de toren opgetrokken in baksteen bekleed met natuursteen.

In 1451 verleende paus Nicolaas V aan de Stad Mechelen de jubileumaflaat van het Heilig Jaar 1450. Meteen betekende dat de aanzet voor een nieuwe bouwcampagne.

In 1594 werd de spits van de toren opgetrokken, die in 1599 vervangen werd door een campanile – dit is een open torentje – voor een beiaard.

De toren heeft twee wenteltrappen: een zuidelijke en een noordelijke. Voor deze rondleiding gebruiken we de noordelijke trap.

Op het gelijkvloers bemerken we onder de trap de contouren van een dichtgemetselde deur. Hier was tot in de jaren ’60 van de vorige eeuw een rechtstreekse toegang van buitenaf.

Binnenzicht in de kerk van Onze-Lieve- vrouw-over-de-Dijle naar de toegangsdeur en het toenmalige doksaal © Regionale Beeldbank Mechelen, SME0010013874

Aan trede 36 zien we opnieuw een dichtgemetselde deur. Hier was de toegang tot het doksaal, in 1829 gebouwd naar een ontwerp van De Noter. Het doksaal was in hout en plaaster met een onderbouw van zwarte graniet. Er stonden twee beelden in witte marmer weerszijden van de ingangsdeur: de Heilige Catharina door Johannes Franciscus Van Geel (Mechelen 1756 – Antwerpen 1830) en de Heilige Cecilia door Pieter Jan Tambuyser (Mechelen 1796 – 1859). Dit alles verdween in de periode 1962-1968. Wat met de beelden is gebeurd, is onbekend.

De dichtgemetselde deur aan trede 36.

Bij trede 74 komen we aan een kleine deur. Via acht onregelmatige treden bereiken we het triforium – dit is de bogengalerij – met een smalle gang boven de pilaren die over de ganse lengte van het schip loopt. Daar zijn eveneens enkele deuren die toegang verlenen tot de zolders boven de zijbeuken.

Bij trede 86 komen we op de eerste verdieping. Het is er lichtrijk dankzij de drie glasramen die bij de restauratie werden aangebracht. Rondom in de muren zitten enkele kleine nissen in gotische vorm waarin eertijds lampen werden geplaatst.

Wat onmiddellijk opvalt tegen de oostelijke muur zijn de restanten van de vier wijzerplaten van de toren. Er bleef heel wat meer van over in vergelijking met wat bewaard bleef van de wijzerplaten van de Sint-Romboutstoren.

Eén van de muurnissen.
Restanten van de wijzerplaten van het torenuurwerk.
De alkoof op de eerste verdieping.

Achter de wijzerplaten is een haard. In deze muur is links een alkoof. Merkwaardig hier is een smalle opening op stahoogte, die helaas werd dichtgemaakt en die eertijds een rechtstreekse inkijk moet gegeven hebben in het schip van de kerk. Architect en architectuurhistoricus Victor Gaston Martiny (Gent 1916 – Brussel 1996) noemde het in zijn publicatie over de kerk van Onze-Lieve-Vrouw-over-de-Dijle une meurtrière, d.i. een schietgat (p. 68). Op de vloer staan een aantal grote houten kisten. Ze dienen om de restanten van verwijderde altaren uit de kerk stofvrij te bewaren.

De verpakkingskisten.

Aan trede 94 komen we opnieuw aan een smalle deur. Dit is de toegang naar de loopgang aan de buitenzijde van de kerk langs de hoge vensters van het schip.

Bij trede 126 bereiken we de grote zolder boven het schip. Stel u hiervan niet te veel voor: het zijn grote, donkere en ongebruikte ruimten. Er zijn hier geen eiken balkstructuren. De grote brand als gevolg van het geallieerde luchtbombardement van 19 april 1944, deed nagenoeg het ganse dak in vlammen opgaan. In de periode 1950-1952 werd voor de wederopbouw van de dakstructuur gekozen voor stalen spanten, zogenaamde Polonceau-spanten.

De zolderruimte met de stalen dakconstructie.

Ter hoogte van de viering – dit is de kruising van het schip en de dwarsbeuk – is een stellage waarmee men tot in de vieringtoren kan. Daarin hangt de angelusklok. Uit het parochieblad nr. 34 van 24 augustus 1953 vernemen we dat deze klok dateert van dat jaar en 199 kg weegt. Ze werd gegoten door Marcel Michiels jr. (Noot: Met dank voor de mededeling aan Luc Michiels, zaakvoerder van Beiaarden en Torenuurwerken Michiels, Korenmarkt 6, (bericht van 6 juni 2023)). De angelusklok is momenteel (2023) buiten gebruik.

Zicht vanuit de Moensstraat op de toren en de vieringtoren.

Bij trede 145 zijn we op de tweede verdieping waar het oude mechanisme van het uurwerk staat samen met nog enkele afgedankte toestellen voor de beiaard. Frans Verheyden besprak ze al in zijn bijdrage. Ook hier is aan de oostelijke muur een haard. Merkwaardig detail: in de noordelijke alkoof werd in 1403-1404 een toilet aangebracht. Martiny beschreef het als un cabinet d’aisance (p. 69). Het is uiteraard nu buiten gebruik.

Het cabinet d’aisance.

Aan trede 207 bereiken we de klokkenkamer. Hier hangen 50 klokken met een totaalgewicht van 9123 kg inbegrepen de vijf luidklokken: Jezus (1962 – 2217 kg), Maria (1947 – 1378 kg), Jozef (1962 – 968 kg), Gabriël (1962 – 663 kg) en Johannes-Leo (1962 – 396 kg). Hier bevindt zich de beiaardkamer met het klavier.

De beiaard kwam tot stand op advies van Staf Nees (Mechelen 1901-1965), stadsbeiaardier, directeur van de Koninklijke Beiaardschool, dirigent, componist én leraar aan het Lemmensinstituut. De firma Petit & Fritsen goot in 1965 de 45 klokken voor de beiaard. Stadsbeiaardier Piet van den Broek (Chaam 1916-Mechelen 2008) speelde het inhuldigingsconcert op 26 juni 1968, concert dat paste in de feestelijkheden ter gelegenheid van de voltooiing van de restauratiewerken aan de kerk en de toren.

Zicht op de bedrading van de beiaard boven de beiaardkamer.
De beiaardklokken.
De beiaardklokken.
Zicht op vier luidklokken.
Bovenzicht op een luidklok met het luidmechanisme (zie aan de rechterzijde het grote wiel).

Boven de klokkenkamer komen we in de spits. Centraal zijn er acht vertikale balken waarrond de spits is gebouwd. Tussen deze balken is er een smalle, hoge en steile trap die bovenaan via een valluik toegang geeft tot het uitzichtsplatform. Dit is ongeveer twee vierkante meter groot en vanaf hier heeft men een prachtig 360° zicht over de stad en de ruime omgeving. De foto van de Sint-Romboutskathedraal hieronder werd vanaf dit platform van de campanile genomen. We bevinden ons nu op ongeveer 70 meter boven de begane grond. Het Atomium in Brussel en Doel bij Antwerpen zijn bij helder weer duidelijk zichtbaar.

De terugweg naar beneden kan nu aangevat worden waarmee we deze unieke gidsbeurt in de toren van de kerk van Onze-Lieve-Vrouw-over-de-Dijle kunnen beëindigen.

Paul Van Kelst

Mechelen, 11 juni 2023


Literatuurlijst:

V. G. Martiny, Etude historique et archéologique de l’église Notre-Dame au-delà de la Dyle à Malines, 1962, 296 p.

A. Jans (red.), Dekanale kerk Onze-Lieve-Vrouw over de Dijle Mechelen, 1971, 58 p.

K. Cosaert, Beiaarden in Vlaanderen. Beiaard van de Onze-Lieve-Vrouw-over-de-Dijlekerk, Mechelen in Magazine van de Vlaamse Beiaardvereniging, jg. 15/1, Mechelen, 2009.

Van duisternis naar licht, brochure n.a.v. 50 jaar na de restauratie, 2018.